Stinzen, states en molens
van Aysma tot Remkema, boerderijnamen in Marrum en Westernijtsjerk
- Details
- Gepubliceerd: maandag 23 januari 2023
- Hits: 111
In dit artikel een overzicht van boerderijnamen, waarvan sommige al heel oud. Van deze boerderijen wordt ervan uitgegaan dat er vroeger niet een stins heeft gestaan, ze worden tenminste niet genoemd in het standaardwerk van Paul Noomen over stinzen in Friesland. De boerderijen met een historie als stins komen al in andere artikelen in deze rubriek aan de orde: Jeppema, Botnia, Ponga, Saskera, Reinalda, Tjallinga, Sybada en Westerhuis, hoewel die laatste mogelijk niet een voormalige stinslocatie is. In dit artikel de overige boerderijnamen.

Fragment Schotanuskaart uit 1718

fragment Eekhoffkaart uit 1853
Als je vanuit Marrum bij de Pannekoektrein de provinciale weg oversteekt staat westelijk van de kerk van Westernijtsjerk Schroorsmastate. Het huidige adres is Westernijtsjerk 4. In 1511 komt de naam al voor, toen woonde Sacka Scroersma (Sake schroorsma) er. In die tijd werd de boerderijnaam vaak als soort van achternaam gebruikt. Het woongedeelte is in 1924 gebouwd, in het toen afgebroken voorhuis stond het jaartal 1664 in muurankers. De schuur is in 1858 vernieuwd.
Gaand door het buurtschap Westernijtsjerk kom je dan aan bij Hatsmastate, huidig adres Westernijtsjerk 6. Hatsma is niet als boerderijnaam vermeld op de Schotanuskaart, maar wel op een kaart uit 1853 van Eekhoff. Klik hier voor de informatie over Hatsmastate zoals die op het informatiebordje staat.
Daarna staat een huis waar vroeger een huis of boerderijtje heeft gestaan met de intrigerende naam Struipenbuur (huidig adres Westernijtsjerk 8). Er is eigenlijk niets bekend over de historie ervan. Het was een zogenaamd 'hornleger', eem huis waaraan stemrecht was verbonden. Dit systeem bleef in werking tot 1795. Westernijtsjerk had 20 'stemdragende plaatsen' en Marrum 30, meestal boerderijen. In de stemkohieren werd bijgehouden wie eigenaar en gebruiker van de 'hornlegers' was.
Op oude kaarten staan aan de Hoge Herenweg, nabij de Ozingaloane de namen Meilema en Olbetsma (vlakbij Sybada). Meilema hoorde nog bij Nijkerk, en komt voor in de stemkohieren. Over de historie van Meilema en Olbetsma is verder eigenlijk niets bekend.
Aysma stond een stukje verderop aan de Hoge Herenweg, schuin tegenover Botniastate, zo blijkt uit de kaart uit 1718. Schelte Aysma, afkomstig uit Beetgum, vestigde zich na zijn huwelijk met Tiets Aesgema in Marrum en volgde zijn schoonvader Sybren Aesgama op. In 1540 zijn ze gebruiker en deels eigenaar van een sate. Ze krijgen vier zonen en vijf dochters. Zoon Hessel werd een van de machtigste mannen in Friesland. Zijn levensloop kende echter ook dalen. Als protestant verbleef hij van 1567 tot 1577 in ballingschap in Emden om vervolgingen door de Hertog van Alva te ontlopen. Zijn vrouw overleed er en hij hertrouwde in Emden. Teruggekeerd werd hij afgevaardigde ter Staten-Generaal en in 1580 president van het Hof van Friesland in Leeuwarden, waar hij ook woonde. Het was hem een doorn in het oog dat de bestuurlijke macht niet meer mede bij het Hof lag, maar bij Provinciale en Gedeputeerde Staten. Het Hof was alleen nog een rechterlijke macht. Zijn streven om de oude toestand te herstellen leverde hem veel vijanden op. Hij moest het onderspit delven en werd in 1587 uit zijn ambt ontzet. Hessels broer Focke was (graan)koopman en vesitgde zich in Leeuwarden. Ook hij verbleef als balling in Emden, waar hij in 1575 overleed. Doecke, broer van Hessel en Focke, was van 1581 tot 1587 grietman van Ferwerderadeel.in 1567 woonde hij in Marrum, in 1609 te Westernijkerk. In 1612 overleed Doecke. Doeckes zoon Johan was de derde generatie Aysma's in Marrum. Hij liet met zijn vrouw Bauck van Wyckel een mooi nieuwe boerderij bouwen, in 1698 vermeld als het 'Aysma-slot'. Op de grote grafzerk in de Godeharduskerk staan de namen van Johan van Aysma en zijn vrouw. De familie had er ook een grafkelder.
Johan van Aysma was ook eigenaar van een boerderij aan de zeedijk, ook Aysma genoemd. Dit is op de plek waar nu Het Lage Noorden gevestigd is aan de Zeedijk 8.
De boerderij aan de Ozingaloane is gesticht vanuit Tjallingastate en komt in een oud document voor met de naam klein Tjallinga.
Leliastate staat aan waar de Botniaweg en de Hoge Herenweg bij elkaar komen (De Botniaweg is daar een stukje omgelegd, op bovenstaande kaartfragmenten is te zien dat deze eerst oostelijk van Leliastate op de Hoge Herenweg uitkwam.) In 1718 stond er ook al een boerderij, maar pas rond 1800, toen de familie Lelia, afkomstig uit Ternaard, zich er vestigde, kreeg het de naam Leliastate.

Fragment Marrum uit Schotanuskaart 1718
Persinga, Remkema en Hania zijn namen van boerderijen aan de Ringweg bij Marrum. Remkema op de plek van Miedweg 1. Langakker is te vinden aan het einde van de Wiglewei aan de Hoge Herenwegstervaart.
Itsma is een naam die al in oude documenten voorkomt. Het was gelegen aan de Marrumervaart, ter hoogte van Nieuweweg 2. Op oude kaarten staat de naam Itsmaburen en staan er twee boerderijen. Op de kaart van Eekhoff uit 1853 staat de naam Itsmaburen als buurtschap en De Grasakkers als boerderijnaam.
De naam Pantsjewier (huidig adres Ljouwerterdyk 18) duikt voor het eerst op op een kaart uit 1864. Het verhaal is dat de naam bedacht is als tegenhanger van Kopkewier aan de andere kant van Marrum, want bij een kopke (kopje) hoort natuurlijk een pantsje (schoteltje).
