Vergister Botniaweg
Plan Botniaweg
Belangrijke punten van het plan, dat Engie voor de locatie had, waren:
- jaarlijks wordt 100.000 ton mest en bijproducten vergist
- de verhouding tussen mest en co-producten is 80-20, zo werd gemeld. Later schreef Engie dat van de input van 100.000 ton per jaar 89.000 ton dikke en dunne mest is.
- wat de mest betreft gaat het om runder- en varkensmest, waarvan een deel 'ingedikte' mest is doordat deze op de boerderij d.m.v. een mestscheider is gescheiden
- de mest komt volgens de initiatiefnemers uit Friesland en de kop van Flevoland
- er wordt 12.000.000 kub (m3 ) biogas opgewekt dat wordt opgewerkt tot 7.900.000 m3 gas van aardgaskwaliteit
- het restproduct digestaat wordt gescheiden in een dikke en een dunne fractie, waarvan de dikke fractie naar het buitenland zal worden geëxporteerd
- de bouw is beoogd in het derde kwartaal van 2018 waarna de vergister een jaar later in gebruik kan worden genomen
- aantal vrachtauto's maximaal 30 per dag, dus 60 vrachtbewegingen per dag
- het plan is nog in ontwikkeling, bijv. wat voor soort luchtwasser gebruikt wordt (n.a.v. de problemen in Bemmel)
- de Botniaweg wordt tussen de installatie en de N357 verzwaard en verbreed, zo werd 14 augustus gemeld. Later schreef Engie: 'Engie is bereid om in overleg met belanghebbenden te kijken naar de verkeerssituatie op de Botniaweg'.
Provincie of gemeente bevoegd?
De provincie is het bevoegde gezag m.b.t. de vergunningverlening en de handhaving ervan. In het verleden is de bevoegdheid een paar keer heen en weer gegaan tussen gemeente en provincie als gevolg van regelgeving die diverse keren veranderd is. Dat de provincie nu bevoegd is, zit hem in dit geval erin dat het een vergister betreft die meer dan 25.000 ton per jaar verwerkt én meer dan 100 ton per dag en daarmee is het een zogenaamde IPPC-installatie (https://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouw/mest/juridisch-kader-mest/bewerken-verwerken/bevoegd-gezag/). De vergunningen van IPPC-installaties dienen digitaal beschikbaar te worden gemaakt en worden door de provincie gepubliceerd op https://www.fumo.nl/216/ippc-installaties-provincie-fryslan/0/10/. De vergunningen voor de Botniaweg stonden daar echter niet bij, mogelijk omdat de provincie daar nog niet aan toegekomen is, of omdat de huidige vergunningen al ouder zijn. We hebben de FUMO daarnaar gevraagd en naar aanleiding daarvan zijn de vergunningen op13 september 2017 gepubliceerd.
De gemeente is wel bevoegd gezag voor de aan te leggen gasleiding, aanpassingen aan de Botniaweg en heeft bevoegdheden t.a.v. het bestemmingsplan.
Voorgeschiedenis
Dit plan kent al een lange voorgeschiedenis. Al in 2008 is een vergunning verleend aan Marrum Mechanisatie BV voor een co-vergistingsinstallatie voor verwerking van 36.000 ton mest en bijproducten bij het mechanisatiebedrijf. Dit is niet tot uitvoering gekomen maar het plan werd in 2010 opgeschaald naar een installatie met een vergistingscapaciteit van 100.000 ton. Het plan was om het biogas af te voeren via een speciaal aan te leggen biogasleiding naar Stiens, waar een opwerkingsfabriek zou moeten komen. Op de biogasleiding zouden veel meer biogasinstallaties in Dongeradeel, Ferwerderadiel en Leeuwarderadeel worden aangesloten. Voor het geval dat niet doorging was de optie om het biogas d.m.v. WKK's om te zetten in elektriciteit in het plan opgenomen.
In 2010 werd een zogenaamde aanmeldnotitie MER ingediend, waarop de Provincie besliste dat er geen MER (Milieueffectrapportage) nodig was. Daarop werd in september 2010 een aanvraag voor een milieuvergunning ingediend. In april 2011 is deze verleend door de provincie.
Voor dit plan heeft de gemeente het bestemmingsplan gewijzigd. De provincie vond de locatie eigenlijk niet geschikt voor een industriële vergister zo blijkt uit de zogenaamde reactienota. "Tijdens het vooroverleg is het college er reeds op gewezen dat vestiging op of aansluitend op een bestaand bedrijventerrein meer voor de hand zou liggen. ... De provincie is van mening dat de schaal van de ontwikkeling te zeer afwijkt van het streekplan. Wanneer de schaal voorwaarde is voor een haalbare ontwikkeling, zal aansluiting gezocht moeten worden bij het bestaande bedrijventerrein." De gemeente geeft daarop enkele redenen waarom vestiging op het industrieterrein niet mogelijk is: "De keuze voor de locatie Botniaweg is op de eerste plaats ingegeven door bedrijfseconomische noodzaak. Het aanvullen van het huidige mechanisatiebedrijf met een mestvergistingsinstallatie zorgt ervoor dat de initiatiefnemer in meerdere bedrijfstakken actief kan zijn. Een bedrijfsverplaatsing naar bedrijventerrein in Marrum is derhalve niet financierbaar voor de initiatiefnemer. Over een vestiging op het bedrijventerrein Marrum aan de Nieuweweg het volgende. Het terrein is primair bedoeld voor de vestiging van (grote) niet regionale bedrijven van buiten de gemeente. Marrum Mechanisatie is een bedrijf dat al lange tijd binnen de gemeente opereert en valt daarom niet binnen de doelgroep. Bovendien wordt de (op dit moment) laatste uitbreidingsruimte op het bedrijventerrein Marrum vergund ten behoeve van een mestvergistingsinstallatie van een bedrijf dat wel van buiten de gemeente komt. Hiervoor is momenteel een bestemmingsplan in voorbereiding. Verdere uitbreiding van het bedrijventerrein wordt onder andere vanuit verkeerskundig, landschappelijk en milieuhygiënisch oogpunt op dit moment niet wenselijk geacht. Realisatie van het initiatief aan de oostzijde van Marrum is derhalve niet mogelijk."
Deze argumenten zijn alle niet meer geldend: Het mechanisatiebedrijf is ter ziele gegaan; het plan is nu om Botniaweg 6 alleen te gebruiken voor de (bio)gasfabriek. Engie is een groot, niet-regionaal bedrijf (de heer Nijboer zal zich na opstart van de installatie uit het project terugtrekken zo heeft hij met Engie afgesproken) en de gemeente biedt op dit moment wel bedrijfsterrein te koop aan op het industrieterrein aan de Nieuweweg. Nu zou vestiging van de biogasinstallatie op het industrieterrein aan de Nieuweweg ook een hele slechte zaak zijn, maar het gaat er hier om dat de door de gemeente aangegeven redenen voor vestiging aan de Botniaweg nu in elk geval niet meer geldig zijn. In de reactienota is ook te lezen hoe er gereageerd is op de door omwonenden ingediende zienswijzen. Ook in de toelichting van het bestemmingsplan Botniaweg 6 is eveneens een en ander te lezen over de destijds gemaakte afwegingen, o.a. dat de nabijheid van de aan te leggen biogasleiding naar Stiens, waarop meer biogasinstallaties aangesloten zouden worden, van belang was. Deze biogasleiding is echter definitief van de baan. (Wel moet speciaal voor deze installatie een gasleiding naar een hoofdleiding tussen Hallum en Hijum worden aangelegd.) Ook staat in die toelichting (blz. 34) dat twee vergistingsinstallaties aan de Nieuweweg de gemeente zorgen zouden baren vanwege cumulatie van verkeersstromen door Wânswert. Alsof men vanaf de locatie Botniaweg de route door Wânswert niet zou kunnen vinden...
De bestemmingsplanwijziging is later, in 2014, opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. Daarin is de bestemming van Botniaweg 6 Bedrijf 2 met op een deel van het perceel de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf energieinstallatie’ en op een ander deel van het perceel de functieaanduiding mechanisatiebedrijf. Die beide bedrijfsvormen hebben de milieucategorie 3.2 (VNG milieuzonering). In de toelichting van het bestemmingsplan buitengebied wordt verder niet echt specifiek ingegaan op deze biovergister. Wel staat erin: 'tussen Dokkum en Leeuwarden wordt een zogenaamde biogasringleiding aangelegd. Met het toekennen van een subsidie uit het Waddenfonds is de uitvoering van de leiding zo goed als zeker.' Nu is echter duidelijk dat die biogasleiding er niet komt.
In hetzelfde jaar als de wijziging van het bestemmingsplan in 2011 heeft de provincie een milieuvergunning verleend. Al snel daarna is een wijziging aangevraagd, waarbij de variant om het biogas om te zetten in elektriciteit vervallen is, en in plaats daarvan de mogelijkheid van opwerking tot aardgaskwaliteit is gekomen. Inmiddels was de gemeente bevoegd en in augustus 2011 wordt daarvoor een omgevingsvergunning verleend. De meeste bepalingen uit de eerdere vergunningen zijn echter ook nog geldig.
In de periode van de vergunningverlening (2010/2011) is er op aandringen van de gemeente een keer een informatieavond geweest voor een beperkt aantal omwonenden.
Na de vergunningverlening in 2011
Sinds de tweede vergunning uit 2011 is verleend is het stil. De vergunninghouder Marrum Mechanisatie BV gaat failliet. Er blijkt in 2014 € 55 miljoen euro SDE+subsidie te zijn verleend aan het project. Het plan voor de aan te leggen biogasleiding naar Stiens, waarop meerdere biogasinstallatie aangesloten zouden worden gaat niet door. Daarmee blijft alleen de mogelijkheid van opwerking tot aardgaskwaliteit over. In de loop van 2015 is Engie bij het project betrokken en inmiddels staan de vergunning en de subsidie op naam van Groen Gas Marrum BV, een 100% dochtermaatschappij van Engie. Dat alles blijft tot het voorjaar van 2017 onbekend bij de omwonenden.
In het voorjaar van 2016 vraagt de initiatiefnemer van de vergister aan de Nieuweweg een wijziging van de vergunning aan en de conclusie van de door de Marrumer Industriegroep geraadpleegde jurist is dat bezwaar maken niet zinvol is. (Met de kennis van nu zouden we daar misschien anders over denken, maar dat is achteraf terugkijkend.) Bij dorpsbelang was toen ook duidelijk dat er nog steeds een oude vergunning voor de Botniaweg lag, en daarom is begin november 2016 de wethouder gevraagd of deze vergunning niet ingetrokken kon worden. Het antwoord was ontkennend, voor dergelijke vergunningen geldt geen bepaalde periode waarin het plan tot uitvoering moet zijn gekomen. In februari of maart 2016 bleek dat er weer aan het plan voor de Botniaweg werd gewerkt. Dorpsbelang stuurde een brief met vragen aan B&W waarop op 3 mei werd geantwoord. Omdat een vraag niet volledig werd beantwoord hebben we nog nadere informatie opgevraagd en op 21 juni een gesprek met de wethouder en twee ambtenaren gehad. Ondertussen was een vergelijkbaar plan van Engie in Burgum bekend geworden, waar wel voorlichting plaatsvond. De volgens Engie vergelijkbare vergister in Bemmel bleek ondertussen veel geuroverlast te geven (niet op de dag dat er een delegatie uit Tytsjerksteradiel op excursie was, maar wel ervoor en erna). Er ontstaat een breed gedragen tegenstand in Marrum tegen de plannen voor biovergisters.
Engie heeft in augustus 2017 aangegeven een milieuneutrale wijziging van de vergunning uit 2011 aan te willen vragen. Een dergelijke vergunning kan lastig worden geweigerd als het nieuwe plan niet nadeliger is op milieugebied dan het eerder vergunde plan. Anderzijds zijn er diverse aanknopingspunten tegen de plannen, bijvoorbeeld dat in de huidige vergunning staat dat er ter plaatse van geurgevoelige objecten (lees: woningen) geen geur waarneembaar mag zijn afkomstig van de inrichting. Gezien de praktijk bij andere installaties, ook nieuwe, lijkt dat onhaalbaar. Het vergunningstraject en de inhoud van de vergunningen bieden nog diverse andere aanknopingspunten om te gebruiken bij eventuele juridische procedures, maar deze website is de plek er niet voor om daar verder op in te gaan.
Bestemmingsplan nader bekeken
In het bestemmingsplan heeft niet het hele perceel Botniaweg 6 de functieaanduiding energieinstallatie waarbij ook de term mestvergistingsbedrijf wordt gebruikt. Het huidige plan van de initiatiefnemers is om het hele perceel ten behoeve van de energieinstallatie te gebruiken, waarbij er dus een afwijking van het bestemmingsplan zou zijn. De provincie mag bij de vergunningverlening afwijken van een bestemmingsplan, maar het is de vraag of dat hier voor de hand ligt gezien de uitdrukkelijke bedoeling en gebruikte motivering bij de bestemmingsplanwijziging in 2010/2011. En dient de gemeente bij afwijking van het bestemmingsplan daar dan niet mee in te stemmen (door middel van een verklaring van geen bedenkingen)? Indien die vraag bevestigend beantwoord wordt, zou dat betekenen dat de gemeente toch nog aan zet komt in de besluitvorming, indien er een milieuneutrale wijziging van de vergunning wordt aangevraagd waarbij men een groter deel voor de energieinstallatie wil gebruiken dan in het bestemmingsplan staat. Overigens is in het bestemmingsplan sprake van een zogenaamd bedrijf -2 en daarvoor geldt dat het niet mag gaan om een 'geluidzoneringsplichtige inrichting' of een 'risicovolle inrichting'. Hoewel de inrichting (zelfs in de oorspronkelijke kleinere vorm van het plan uit 2008) in de toelichting van het bestemmingsplan als risicovolle inrichting wordt beschouwd, is het de vraag of deze naar de formele definitie van het bestemmingsplan ook als risicovolle inrichting is aan te merken.
Het gebied aan de Botniaweg in het bestemmingsplan (ruimtelijkeplannen.nl). Met de rode kleur is het deel van het perceel aangegeven dat de functieaanduiding energie-installatie heeft.
Ontwikkeling 20 september 2017: Engie trekt zich terug
Engie heeft besloten om te stoppen met de ontwikkeling van het plan voor een biovergister aan de Botniaweg in Marrum. Dat schrijft Engie in een brief aan Doarpsbelang Marrum-Westernijtsjerk.
,,Een goede samenwerking, in alle openbaarheid, met omwonenden is essentieel om dit soort projecten te kunnen realiseren’’, schrijft directeur Rutger Jan Pessers in een brief aan Doarpsbelang Marrum Westernijtsjerk. ,,Nu blijkt dat we ondanks de gesprekken met Doarpsbelang en de actiegroep niet nader tot elkaar kunnen komen en het project ernstig dreigt te worden vertraagd door juridische procedures, besluiten we dan ook om de ontwikkeling van de groengasinstallatie aan de Botniaweg te stoppen.’’
Het actiecomité No Shit en het bestuur van Doarpsbelang zijn heel blij met dit nieuws. Tegelijkertijd realiseren ze zich dat het te vroeg is om helemaal gerust te zijn op een definitief afstel. Pas als het bestemmingsplan gewijzigd is en de vergunning ingetrokken, kan Marrum echt opgelucht ademhalen over dit dossier. Maar dan is er nog de vergister aan de Nieuweweg...
Onwikkelingen na terugtrekken Engie
In december 2017 heeft Nijboer het perceel Botniaweg 6 verkocht aan RSD Vastgoed BV.
In februari 2018 besliste de provincie om de vergunningen niet in te trekken. Hier is namens omwonenden en stichting Duurzaam Marrum beroep ingesteld. Eind juli 2019 stelde de rechtbank de provincie in het gelijk. Daartegen is beroep bij de Raad van State ingediend.
In het najaar van 2019 blijkt de subsidie ingetrokken te zijn, want het project wordt niet meer vermeld op op deze pagina https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/projecten. Dat is een belangijk gegeven want de overheid lijkt huiverig om de bestaande vergunning in te trekken mede doordat de subsidie nog steeds boven de markt hing.
In december 2019 is namens meer dan 30 omwonenden, dorpsbelang Marrum-Westernijtsjek en Stichting Duurzaam Marrum een nieuw intrekkingsverzoek gedaan. Veel feiten en argumenten over deze zaak zijn namelijk pas duidelijk geworden naarmate de Marrumers meer kennis vergaarden en zijn dus in de eerdere zienswijzen nog niet naar voren worden gebracht. Die feiten en argumenten hebben GS dus niet kunnen betrekken bij het nemen van een besluit destijds. Bovendien is er ondertussen weer bijna twee jaar verstreken, met bepaalde ontwikkelingen, sinds het besluit van GS om de vergunning niet in te trekken. De rechter toetst echter terughoudend vanwege de beleidsvrijheid van GS in dezen. En daarbij kijkt de Raad van State ook niet naar de huidige situatie, maar naar de situatie op het moment dat GS de beslissing nam, of GS toen in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
Gezien het vorenstaande, en vanwege het feit dat gedeputeerde Hoogland aangaf dat de provincie niet uit eigen beweging initiatief zou nemen om de vergunning in te trekken, is besloten om een nieuw intrekkingsverzoek te doen. In een verzoekschrift van negen pagina's zijn alle argumenten voor intrekking opgesomd en worden eerder door GS gebruikte argumenten weerlegd. Een omgevingsvergunning kan, na een zorgvuldige belangenafweging, worden ingetrokken als er drie jaar geen gebruik van is gemaakt. De vergunningen van Botniaweg 6 dateren van 2008 en 2011! Hoewel er op dit moment geen concrete plannen zijn voor een biovergister op die plek, willen we graag zekerheid dat die er ook niet kan komen. Daarvoor is intrekking van de vergunningen nodig, en ook aanpassing van het bestemmingsplan.